Na de voorbereidingen en het onkruid vrij maken/houden van de toekomstige pluktuin, kunnen we aan de slag! De Dahlia’s en eenjarigen besteld en gekregen! Nu kunnen we beginnen.

Dahlia’s kun je pas planten na de laatste nachtvorst,. Ze kunnen namelijk niet tegen echte vorst. Meestal is dit na half mei. Wil je zo snel mogelijk bloemen van je Dahlia’s, kun je een voorsprong geven. In maart-april kun je de bollen voortrekken. Dat betekend dat ze alvast in de pot kunnen gaan groeien. De wortels zijn dan al gegroeid als je ze in de volle grond gaat planten. Midden mei kun je al de eerste scheuten zien. Het voordeel hiervan is dat de Dahlia’s zeker een paar weken eerder in bloei staan. En ze zijn beter beschermd tegen slakken, slakken zijn namelijk dol op de jonge blaadjes.

Laat de zomer maar komen en je zult zien dat de dahlia’s midden in de zomer al bloeien. En ze blijven bloeien tot aan de eerste nachtvorst!

Ook de een-jarige zaden heb ik gezaaid in een klein kasje. Ben jij ook al zo ver?

Ik heb mijn zaden al voorgezaaid. Wat nu?

Als ze groot genoeg zijn, moet je de zaailingen verspenen. Het verspenen houdt in dat je ze verplant wanneer ze groot genoeg zijn. Je zet ze in een ruimer potje met voedzamere potgrond, zodat ze meer ruimte krijgen op te groeien. Wanneer is de tijd daar om te verspenen? Dat is als de eerste echte blaadjes verschijnen. De echte blaadjes hebben de vorm van het blad van de uiteindelijke plant. Zien de blaadjes er slechts smal en lang uit, zijn dit de kiemblaadjes.

Verspenen is een klusje dat je voorzichtig moet uitvoeren. Neem er de tijd voor!

  1. Til de zaailing per keer voorzichtig uit de grond. Gebruik daarbij eventueel een potlood om de grond loser te maken. Houd zaailingen aan het blad vast en niet aan de steel. De steel druk je al snel plat.
  2. Zet de nieuwe potjes met potgrond klaar en druk het potgrond licht aan zodat het egaal is. Maak er met een potlood een gat in, groot en diep genoeg voor de zaailing.
  3. Zet de zaailing in het gat, zorg ervoor dat de blaadjes net boven de grond uitkomen. De zaailingen moeten op een voldoende afstand geplant worden.
  4. Geef de zaailingen water met lauwwarm water uit een gieter met een broeskop. Label de zaailingen.
  5. Zijn de zaailingen groot genoeg, dan kun je ze verplanten in de volle grond.
  6.  Zet de platen iets uit elkaar zodat deze kunnen groeien. Houdt hierbij rekening met de groeiwijze van de plant.

De zaailingen heb ik gepoot aan een gespannen draad. Zo is het makkelijker onkruiden te onderscheiden van de zaailingen, nu ze nog zo klein zijn. Verder heb ik een constructie gemaakt van bamboe stokken waarin in het middel een hoge dahlia staat, aan de bamboevoet groeien straks siererwten omhoog. De Bamboestokken hebben op deze manier twee functies; zij ondersteunen de dahlia en begeleiden de siererwt.

Er komt mooi weer aan met droge perioden, regelmatig sproeien is belangrijk. Bekijk mijn volgende verhaal, hoe mijn plantjes gegroeid zijn…..